Als ik ’s morgens naar het werk fiets, rij ik langs het nieuwe justitiepaleis, langs een stukje van de Singel en ga dan langs de Silvertopblokken naar het Kiel. Aan mijn linkerzijde ligt dan de ‘Konijnenwei’; een braakliggend stukje grond met stekelige planten en veel stenen in de aarde. Erachter liggen dé opritten, dé ring, dé autostrades. Dof geruis en files. Het lapje groen tussen stad en ring is een stukje niemandsland, verlaten, vergeten, miskend. Maar vaak is het echt prachtig. Mist en regen. Zachte ochtendzon. Trieste voetbalgoalen uit een andere tijd. Vaak wil ik afstappen en foto’s maken, maar meestal ben ik maar zo nipt op tijd op weg naar het werk – en soms ook al té laat – dat ik denk: ‘Ik doe het morgen wel.’
Als ik ’s avonds terugfiets neem ik een andere weg, omdat ik dan Tadeusz van de kribbe moet ophalen. En op de terugweg denk ik in principe ook niet aan dat dor stuk gras naast de baan.
Vorige week vrijdag hoefde ik eens niet naar de kribbe. Ik kon rechtstreeks naar huis fietsen. Mijn hoofd zat nog boordevol werk en zorgen en aanhoudende haast. En toen passeerde ik weer het desolate gras. Ik stopte. Gooide mijn fiets in een struik. Luisterde naar de vrijdagavondfile. Ik ging zitten op de konijnenwei en sprak met de spinnen. Ik was content.
Toch vreemd hoe het vaak zo stil, rustig en mooi kan zijn op amper een paar meter van hels lawaai, drukte en stresstoestanden. Zo’n plekjes ontdek je pas wanneer je de auto aan de kant gooit, blijf ervan genieten!
Om de redenen die je opsomt, hou ik van het platteland. Onder andere om die redenen.
Dat zou ik ook (meer) moeten doen. Ik woon nochthans midden de Vlaamse Ardennen en ik zie de schoonheid van de natuur niet meer.
je kan zoveel sfeer in je foto’s brengen
Mooi! Ik krijg bijna spontaan heimwee naar Nederland/Belgie… 😉
Desolaat en vergeten? En de Zomer van Antwerpen dan?
Of nee wacht, dat was in ’93 dat het daar zo’n dolle boel was, mozaïekhuisjes en muntthee nog aan toe. Hm.
spiderwoman