Ik fiets in feite graag. Zij die mij een beetje kennen zullen dat raar vinden, want ik hop nogal vlotjes in mijn wagen voor verplaatsingen. Dat daar enige gemakzucht de oorzaak van is, dat geef ik toe. Mijn geweten is al behoorlijk groot ten aanzien van het milieu, maar in veel gevallen nog bijlange niet groot genoeg. Want ik zit toch nog vaak in de auto.
Maar gaan werken, dat doe ik tegenwoordig met de fiets. En omdat ik voor een stuk in shiften werk, is dat vaak bij aanvang of op het einde van de nacht. In een zweem van duisternis fladder ik dan fietsend naar huis of naar het werk.
En eigenlijk is dat heerlijk. Geen kindersnot, geen koekjesgezeur, geen andere verplichtingen dan de verdere verplaatsing, zoveel te zien en te ruiken, te beluisteren, zoveel meer dan alleen verkeer en rode lichten. En de mogelijkheid tot makkelijk stoppen. Stoppen, snuffelen, rondkijken.
Af en toe maak ik dan een fotootje. Als ik spoken bedenk onder de brug van het station bijvoorbeeld…
De kwaliteit van de foto is ondergeschikt aan de kwaliteit van het moment. Dat moment is van goud.
Onderweg zijn is zalig. Met de fiets net ietsje meer.
“Happiness is found along the way, not at the end of the road.” -Sol Gordon
(thank google for the quote 🙂 )
Maar in essentie is het helemaal juist he. Dat fietsen is een vorm van “mindfulness”, leven in het moment.
Wie spreekt er over kwaliteit? Ik kan die foto gewoon beléven. Ik heb geen énkele moeite om net als jij te verwachten dat er elk moment een spook van tussen de zuilen zal komen zweven.
Ik vind ’s avonds laat of ’s morgens vroeg ook het leukste moment om te fietsen, zowel in de stad als ‘op het platteland’. Op zo’n momenten word ik helemaal rustig.
En de vogels horen fluiten! Zelfs deze week, als het ’s morgens om kwart over zeven nog donker is en ik langs het Merelbos (what’s in a name?) naar het werk fiets. Voor mij ook een moment van goud. Dan maak ik me de bedenking: iedereen die nu in de wagen voorbijrijdt, hoort dit niet.