Zieke slappe zaagmannen in een krokusvakantie, dat is als extra shiften draaien na de werkuren. Er was altijd wel iemand van de heren wat warm en zeurderig.
Ik voel mij ondertussen een pannenkoek.
Maar de pannenkoekengesteldheid geeft geen mogelijkheid om mezelf flauwtjes in de zetel te draperen. Toen ik vanmiddag thuiskwam leken de zonen in topvorm en stond manlief te knorren.
We moesten naar buiten of het zou nog een hele zware dag worden.
In de jaren dat ik kinderen heb is het woord ‘kinderboerderij’ er eentje geworden dat een zekere radeloosheid uitstraalt. Als er dringend naar buiten gegaan moet worden (om de stoom uit de snelkookjongens te laten) en er zijn niet direct een paar topideeën, dan is ‘kinderboerderij’ altijd een soort van laatste redding. Zolang het niet iedere week is tenminste.
Mijn kinders zijn stadsmensen. Ze groeien op in een jungle van auto’s en huizen. In de betonnen bossen zijn dieren vaak niet meer dan prentjes in een boek. En in de curverboxen leven giraffen en leeuwen samen en zijn schildpadden soms groter dan olifanten. Af en toe een vleugje echte koeienstront doet hen dus zeker geen kwaad. De vorige keer – een maand of twee geleden – zag ik de schok in onze tweejarige Boris. Hij bleef nog uren nadien zeggen dat ‘deze koe niet leuk’ was. Hij wilde liever zijn kleine exemplaren. Die waren hanteerbaarder…
Vanmiddag was ik, na mijn vroege shift, behoorlijk radeloos en besloot ik om met de bende naar de kinderboerderij in Wilrijk te gaan. Mopperlief Sventikov bromde wat achter me aan, maar de kinderen hadden er zin in.
Er zijn altijd kinderen die schapen staan te knuffelen. Dat er niet vaker kinderen met afknabbelde jasjes zijn, dat begrijp ik niet. Dat knuffelen, dat zullen die van mij niet gauw doen… Maar het werd toch een succes vandaag. Boris reed zelfs een stukje paard. En Tadeusz dan ook maar. Boris deed of hij dapper was, en riep bij de ezels dat hij naar de sapen (schapen) wilde, en bij de schapen wilde hij naar het vakker (varken). Bij de nonijntjes! (konijnen) had hij veel praat. De nonijntjes zaten in kooitjes. Tadeusz streelde marmotten en dat was een primeur. We lieten een kalkoen gullegullegulle doen. Hilarisch. En Boris riep steeds: ‘tjug koe! Boe!’ (terug naar de koe!).
Toen we buitenliepen vroeg ik of ze het leuk gevonden hadden. ‘Jaaaah’ riepen ze allebei. Toen ik aan Boris vroeg wat hij het leukst gevonden had in de kinderboerderij, moest hij lang nadenken. En dan zij hij vastbesloten: ‘Zzijaf’ (Giraf)…
ik dacht er ook eens mee naar de kinderboerderij te gaan maar ze waren ziekjes deze vakantie. vakantie is voorbij, zij zijn weer beter maar nu hebben bibi en De Madam het vlaggen. kinderen. you got to love’m… 🙂
Beesten en kinderen, dat gaat goed samen.
en hup, mijn eerste grijns voor vandaag is voor jouw laatste zin.
Een pony is makkelijk te verwarren met een giraf met korte poten, als je het mij vraagt 🙂
Giraf!? Volgens mij hebben ze daar geen giraffen maar wel olifanten! 🙂
Ik was donderdag op die boerderij maar had er niet zo’n idyllisch gedacht van. Maar jouw foto’s laten de schone kant zien!
haha grappig en herkenbaar Love it !