Als ik wakker word dan kan ik nogal goed blijven liggen. Da’s een kunst, ik weet het. Het is niet velen gegeven…
Ik lig dan keihard te liggen. Ik ben dan blij met de temperatuur, de geluiden die naar binnen sluipen, het gewicht van mijn lijf op de matras. Mijn gedachten kuieren dan wat rond, nog niet gehaast. Ze wandelen dan door mijn leven als was het een museum. Ik kan dan rondkijken bij mezelf. Vrij kijken en denken. Het leidt nooit tot diepzinnige gedachten. Meestal is het een beetje dwaas, maar wel gewoon erg prettig. Ik kan het iedereen aanraden.
Nu dacht ik vanmorgen aan K. Kleine grote K. Ik had dit weekend iets gezien bij haar. Al was het maar eventjes.
K. is een meisje dat ik ken van toen ze in de crèche nog rondliep met een plastieken giraf en een pampertje. Ze werd dertien vorige week. Dertien. Ik heb nooit eerder het opgroeien van kinderen van zo nabij meegemaakt, op de mijne na. En mijn oudste is elf. Nog geen dertien. K. is dus eigenlijk de eerste van mijn ‘roedel’ die dertien wordt. Ze wordt opeens schrikbarend groot. Er komen serieuze volzinnen uit. Ze is nog maar een kop kleiner dan ik. En ze lijkt alleen maar uit benen en armen te bestaan. Net zoals mijn eigen zoon van elf. Die heeft dat ook. Ze groeien nu vooral aan de ledematen.
K. was met haar jongere broer en papa komen eten en we hadden een tafel met een hoopje kinderen. En zoals steeds ook drukte, gekakel, wat heen en weer geschuif met groentjes op de borden, wat gegiechel, een discussie, ketchup op een trui. Kortom: een maaltijd zoals we er al veel gehad hebben. Ik keek naar K. en opeens was daar iets. Er was een flauwe ongemakkelijke glimlach, onmiddellijk gevolgd door het neerslaan van de ogen. Heel kort. En een tel later was alles weer als voordien. Weer iemand die morst, eentje die een flauwe grap vertelt en wat geschater om niks. Maar ik had het gezien. En vanochtend, liggend in mijn bed, zag ik het opnieuw. K. heeft de kinderwereld verlaten. Die blik was het begin van het puberaal zelfbewustzijn. Het ongemakkelijk voelen in je eigen vel omdat je ziet door de ogen van een ander. Dat moment dat je gewoon heel erg voelt dat je gezien wordt, dat je niet meer weet wat je met je handen aanmoet, of je oren, en dat je wel glimlacht maar gelijk denkt dat dat er stom uitziet.
Ach, wat een rare fase, die puberteit. Ik bedacht me, daar in bed, dat ik haar binnenkort moet vertellen dat het niet erg is. Dat ik mij ook zo gevoeld heb, dat het overgaat, dat het goed is, en dat ze altijd mag langskomen en dat ik haar dan een knuffel zal geven. Als ze die zou willen.
Het is een beetje als de foto hieronder. Ze praten er allemaal over, de puberteit, en ze versieren die poort naar de volwassenheid, maar eigenlijk is het de weg naar een onzekere drassige rivier, met gevaarlijke stromingen, en die over het algemeen vuiler is dan je hoopt. Jammer dat je met al dat zelfbewustzijn zelden ziet hoe mooi je eigenlijk bent. Dat zie je meestal pas als je veel ouder bent…