Hoe ik mijn kinders weer braaf kreeg

Beroepshalve werk ik met verslaafde moeders en hun kinderen. Als hulpverlener kom ik met heel wat opvoedingsproblemen in aanraking. Je zou dus kunnen denken dat ik vlotjes een dozijn oplossingen uit mijn mouw tover als mijn kinderen een glimp onaangepast gedrag vertonen…
*zucht*
Het is een huizenhoog cliché om te zeggen dat het makkelijk is om problemen op te lossen als je er zelf niet mee zit. Door er zelf midden in te zitten ben je te betrokken, zit je er te dicht met je neus op, en zou je de oplossing nog niet zien als ze je in het gezicht sloeg en aan je oren zou trekken. Cliché, ja.

Ik doe veel dingen goed. Ik ga op ooghoogte zitten als ik met hen praat. Ik probeer goeie afspraken te maken als we naar de supermarkt gaan. Veel positieve bekrachtiging. Weinig suiker. Toch enigszins consequent zijn. Zoveel mogelijk structuur aanbieden. Proberen om ze genoeg te laten slapen. Enzovoort.

Maar in de laatste week voor de kerstvakantie was ik het weer helemaal kwijt. Wat ik ook probeerde, mijn zonen van 3 en 5 werden alleen maar brutaler. Ik kon bijna niet meer stoppen met ‘boos praten’. Weer veel haren uit mijn kop. Ik frustreerde me, en zij leken daar totaal ongevoelig voor. Ik was woest, en zij vierden feest. Ik was verdrietig, en zij sprongen om te hoogst. Ik had hoofdpijn, en zij zongen om ter valst.

En om de beurten stonden ze in de hoek. Het waskot dus. Maar dat gleed gewoon van hen af. Waskot = partyplace. Diepvries aan. Diepvries af. Of op supervries (je hebt een bevroren kipfilet, en je hebt een supervrieskipfilet. Different things…). Wasmachine! Met lichtjes en knopjes! Effe extra spoelen die handel. Ik kon nog nipt de ontmanteling van de stofzuiger voorkomen. Kortom, het waskot blijkt niet altijd even effectief. Boos worden ontlokte alleen wat gegiechel. Desserts kregen ze niet veel in die periode. Maar ze vonden dat no problemo. Beloningskaarten, negatief gedrag negeren… Niets leek te helpen.

Op school stond ik op het dieptepunt met wat juffen en meesters te praten, en ik bekloeg me. Dat ik het effe niet meer wist met die twee monsters. Dat ik alleen nog maar boos kon zijn. De bijval was ontroerend. Maar de tips die ze daar gaven, had ik allemaal al geprobeerd. Maar hoedanook kreeg ik wel een aanbod om eens samen te zitten. Met de meester en de zorgjuf. Gewoon. Je weet maar nooit. En samen nadenken kan soms verfrissend zijn.

Heel wat mensen zouden daar wat terughoudendheid kunnen tonen. Je laat je zwaktes immers niet graag zien aan de buitenwereld. Kwetsbaarheid is iets waar men zich over het algemeen voor schaamt. Je wil anderen niet lastigvallen met jou problemen. Zo erg is het allemaal toch niet. Volgende week zal het heus wel weer beter gaan. Misschien ligt het aan iets anders. Wat zouden anderen nu zinvol kunnen zeggen over jou? Wat weten zij er van? Jij bent toch de moeder.
Gelukkig heb ik daar niet zoveel last van. Ik voel daar geen gêne bij. Integendeel. Al die rationalisaties en valse redeneringen zouden een mogelijke snelle oplossing immers alleen maar vertragen…

Nu. Het gesprek werd snel gepland. Een aanrader. Na een half uurtje babbelen, had ik voor mezelf een vers plan in de aanpak van de zonen. De mensen van de school hadden geen wonderoplossingen voorgeschoteld, of mij gezegd hoe ik het moest doen. Ze hebben geluisterd, meegedacht, gepraat, en mij laten doen. Ik bedacht uiteindelijk zelf een plan dat voor mij praktisch en haalbaar was met hun frisse kijk op de situatie. Een plan waar ik zin in had:

Een van de problemen hier in huis is de interactie tussen Boris en Tadeusz. Ze jutten elkaar op, dagen elkaar uit. De aanwezigheid van de ene is voldoende om de andere zijn volume/snelheid/kracht op te voeren. Het gaat van dollen tot vechten tot wenen. Allemaal ook erg luidruchtig. Boris kan gerust voor megafoon gaan studeren. Heel vermoeiend.
Probleemzones waren: het kookmoment (de drukte dan soms!), het slaapmoment (soms onmogelijk om ze op een deftig uur in slaap te krijgen) en algemeen: dat uitdagen en crescendo opjutgedoe.

De oplossingen waren simpel:
– Tijdens het koken moeten ze de kok gerust laten.
– Als ze toch storen moeten ze uit elkaar spelen. Eentje verplicht tv laten kijken bijvoorbeeld. Eentje verplicht laten kleuren. ‘Uit elkaar zetten’ gebeurt nu wel veel sneller dan vroeger. Met veel resultaat.
– Boris gaat nu een tikje vroeger slapen, en Tadeusz een tikje later. Slapende broers laten elkaar met rust. Een bed wordt weer om in te slapen in plaats van een spaceraket om elkaar mee te beschieten.
– Als Boris al naar bed is en Tadeusz nog wakker, dan krijgt Tadeusz een ‘babbelboxmoment’. We nemen er een officieel schriftje bij (het babbelboek) om alles in te noteren. Tadeusz vindt dat heel voornaam en geniet van dat moment. Dat avondpraatje is echter wel serieus. We bespreken er kort de dag. Wat vond je leuk vandaag? Waarom? Was er ruzie? Vertel daar eens over? Heb je Boris uitgedaagd? (Hij weet ondertussen heel goed wat dat is, en kan zelf al voorbeelden bedenken). Vertel eens waar er ruzie ontstaan is, en hoe zou dat anders kunnen? Was mama boos? Waarom? Enz.
We sluiten dan altijd af met een paar leukere vraagjes om het plezierig te houden. Wat is je lievelingskleur? Wat betekent ‘trouwen’? Zo’n dingen.
Daar kwamen al antwoorden uit die ik jullie niet wil onthouden:

Wat is ‘liefde’?
– dan wil je met iemand trouwen.

Wat betekent trouwen?
– Dan ben je heel hard verliefd!’

Waarom moet je je tanden poetsen?
– Voor goeie tanden te hebben. Want als je dat niet doet, dan moet je tanden hebben die je eruit kan halen. En ook er terug insteken. Zoals bompa.

Wat is communiceren?
– rustig gaan praten

Waarvoor dienen je neusgaten?
– Voor snot! Snottebellen komen er langs daar uit. En soms ook bloed. Dan heb je een bloedneus. Oja, je kan er ook mee ruiken! (Het duurde even voor ik hem meehad in het gekke verhaal dat je er ook door kan ademen. :-))

Wat is eigenlijk een scheet?
* lacht onbedaarlijk * en na een tijdje: Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht!
Ik legde uit dat het een soort luchtbel is die in de buik zit en dat het uiteindelijk uit uw poep komt.
Hij kwam niet meer bij.

Waarop vallen we niet van de wereldbol?
– Omdat ie zo traag draait.
(Zwaartekracht uitleggen aan een vijfjarige, hij vond het toch allemaal maar zotte praat…)

Je hoort het, het avondpraatje is naast een soort bewustwordingsproces en een manier om tijd te winnen tot de andere slaapt, ook nog een heus educatief moment geworden!

In ieder geval: veel braver of rustiger zijn ze niet geworden door al die acties, maar het gaat wel stukken beter hier in huis. Terug grip op die opvoeding. En ik sta niet meer aan de rand van die zenuwinzinking 😉

IMG_1832

IMG_1849

IMG_1874

22 reacties

  1. zooooooooooooo herkenbaar! Bij ons is het grootste probleem ook de interactie tussen broer en zus, het elkaar opjutten, jennen en uitdagen. En dat geen enkele straf impact lijkt te hebben. Gewoon al het feit te weten dat het ook bij anderen soms zo moeilijk is, geeft mij steun. Wij doen (op onze eigen manier) al veel van jouw tips, maar het verplicht uit elkaar zetten ga ik ook proberen (zelfs al is dat dan voor een van de twee tv-kijken).

  2. Klinkt goed, zeg. Jammer genoeg liggen de problemen hier een beetje op een ander vlak en kan ik er persoonlijk niets uithalen. Maar je hebt gelijk wat het hulp vragen betreft: we doen allemaal maar wat, en het is niets om je voor te schamen.

  3. Doet deugd om dit te lezen. Ik ben het ook even kwijt hier. Wel andere situatie: een 2,5-jarige dochter die net naar school gaat en ’s avonds een hoopje wenende ellende is en een hoogzwangere, oververmoeide mama. We zoeken nog een beetje verder naar een oplossing … Blij dat jij een oplossing vond die werkt.

  4. Hier ook een 2,5-er die volop alle grenzen in vraag stelt en een heel beweeglijke 4,5-er die daar gretig op inpikt en voor alle dagdagelijkse dingen gaat hangen, zeuren, tegenwerken(kleren aandoen en uitdoen, deftig eten, naar toilet gaan voor we vertrekken). Wij belanden hier ook wel meer in een ‘iedereen zaagt maar tegen elkaar’ negatieve spiraal. Bij mij helpt een half uurtje tv ook, zeker om de oudste wat tot rust te laten komen. Al levert dat tegenwoordig ook nieuwe discussies op: naar wat kijken we én wie mag het bakje bedienen om het uit te zetten. Ook hier wordt ‘de hoek’ vaak gefrequenteerd de laatste tijd.

  5. ooh wat doet dit stuk deugd om te lezen. Ik ben na de kerstvakantie een week verplicht thuis gezet door de dokter. Zo erg was ik het kwijt. In die week zijn wij ook samen gaan praten met iemand van de opvoedingswinkel. En dat werkt inderdaad heel verfrissend. Fijn om te lezen dat het weer beter gaat. Grip is goed.

  6. Her eerste blogje dat ik hier eens rustig kom lezen. En dat smaakt naar mee. Zo eerlijk, zo waar. En heel erg handig voor een jonge mama. Meer van dat. Van jou kan ik leren!

  7. Dat opjutten ken ik ook heel goed. Ik ga je tip om ze uit elkaar te halen en verplichten iets aparts te doen zeker uit proberen.
    Het kookmoment is opgelost door ze te laten helpen. Zorgt voor iets meer voorbereiding voor mij maar de rust (en hulp) is onbetaalbaar.

  8. Ik herken hier heel veel in. Wij hebben ook een 5 jarige en een bijna 3 jarige in huis die elkaar constant opjutten. Ze kunnen slecht samen spelen. Spelletjes die zij doen zijn vooral achter mekaar lopen en mekaar voor de grap pijn doen. Zeer slecht voor mijn zenuwen. En daar loopt dan nog een 14 maanden oud broertje tussen die af en toe een duw of een trek meekrijgt. Ik voel mij heel dikwijls een gendarme thuis. En ik moet ook heel vaak ‘boos praten’. Wat bij ons helpt is buiten gaan. Uitstapjes bv doen ze graag en dan zijn ze wel in de hand te houden. Ik werk ook in de ‘opvoedingssector’ (althans de opleiding daar naartoe) maar de theorie en de praktijk thuis zijn een heel andere zaak…

  9. Knap dat je er zo open over schrijft. En misschien is het niet zo bedoeld, maar je bracht me ook echt aan het lachen met je beschrijving van je twee zonen en hoe ze reageren op bijvoorbeeld een straf in het waskot.
    Wij hebben er hier ook eentje rondlpen die het ons met momenten knap lastig maakt. Nu zit hij in een rustige, makkelijker periode, maar op sommige momenten weet ik ook écht niet meer wat ik moet doen. In theorie weet je alles, maar de praktijk is vaak zo anders. En ik vind het heel erg om te moeten vaststellen dat ik een schreeuwende, zagende moeder zonder geduld was. Gelukkig hebben we een brave dochter die het evenwicht wat kan herstellen. Ik kan me voorstellen dat dat ‘opjutten’ inderdaad voor de moeilijkste momenten zorgt.
    Ik hoop dat het de goeie kant blijft opgaan. Goeie moed!

  10. *applaus* Op vele blogs lijken kinderen wel superkinderen en jonge goden, zijn ze zo perfect dat ik mij al vragen ga stellen over mijn genetisch materiaal ! Wat knap dat je durft te schrijven over de alledaagse realiteit ! (Om maar niet te schrijven over het gevoel dat ik heb dat ALLE andere mama’s altijd geduldig zijn, altijd oplossingen weten en nooit problemen hebben).
    Oef !

  11. 🙂 Wederom erg herkenbaar. Momenteel loop ik hoogzwanger rond, overlopend van de hormonen en dan is mijn lontje ten opzichte van mijn 2,5 jarige soms heel kort, vooral tijdens het koken. En dan probeer ik het goed aan te pakken, geduldig te blijven, mij in zijn wereld te verplaatsen, maar soms ontplof ik gewoon en is er even geen ruimte voor ‘positive parenting’, Gordon, of welke opvoedmethode dan ook. Maar meestal (meestal, soms zijn het gewoon huil- en driftbuien zonder kop noch staart) help het wel als ik toch even tot tien (of vijftig) tel, hem in mijn armen neem en probeer uit te laten leggen in peutertaal wat er scheelt.
    Maar jemig, wat word ik af en toe gewoon knettergek! 😉

Geef een reactie op Christel Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.